Als negenjarige koos ik kapitein Jean-Luc Picard als vader. Mijn echte vader lag in de zetel naast de mijne zijn roes uit te slapen. Met het sterrenschip de USS Enterprise doorkruiste Captain Picard elk weekend de donkere, kille ruimte. We gingen samen op ontdekkingstocht, omringd door mensen en andere levende wezens die er allemaal anders uitzagen. Ze waren allen uniek. Vrouw, man of onbepaald: je droeg hetzelfde uniform. Bruin, blank, groen of schubben: alle beroepen waren gelijkwaardig. Je werd gerespecteerd in de gewoontes en culturen van het eigen volk, zolang je er maar niemand anders pijn mee deed. Wat een idealistische droom, Captain.